Ooievaar heeft kindertjes lief,
Euver, euver pielepoot,
Breng een kindje in moedersschoot.
Ooievaars zoeken hun voedsel bij rivieren, meren en moerassen, laten dat nou precies de plekken zijn waar men meende dat de zielen van ongeboren kinderen ronddwaalden. Dus je begrijpt wel dat het voor een ooievaar heel gemakkelijk is om eentje mee te nemen naar het nest, dat toevallig gebouwd is bovenop een schoorsteen van een huis. Dan is zo’n kinderzieltje opeens gearriveerd in een gespreid bedje en hoef je er als ouder niet veel meer voor te doen om te verklaren waar die baby’s nou vandaan komen….. Geen wonder dat de ooievaar gezien werd als geluksbrenger.
Als de ooievaar zijn nest begon te bouwen luidde hij het begin van de lente in en dus het einde van de koude donkere winter waarin mens en dier binnen bleef en niets groeide of bloeide. En als hij dan nestelde op of vlak bij je huis had je geluk, want dat bracht voorspoed. Bliksem en brand zouden je huis voorbij gaan.
We vinden het nog steeds leuk als een ooievaar zijn nest wil bouwen op of vlak bij ons huis. Er worden zelfs palen geplaatst met een rad erop, daar worden wel oude wagenwielen voor gebruikt, maar ook wel gewoon een houten flondertje om de ooievaar te lokken.
Het is heel indrukwekkend als je zo’n grote statige vogel door het weiland ziet lopen en hier en daar in de grond ziet prikken met zijn lange snavel, heeft ie wat of niet? En als je wat dichterbij komt lijkt hij heel traag te besluiten zijn vleugels uit te klappen en op te stijgen. Ook het binnenkomen voor een landing is een indrukwekkend schouwspel, vooral als dit gebeurd op een boomtak of lantarenpaal. Zo op de centimeter uitmikken is best bijzonder, vraag het maar eens aan een piloot.
Als je zo groot bent als een ooievaar kost vliegen veel van je energie, dat grote lijf moet toch maar in de lucht worden gehouden. Ooievaars lossen dit op door zo veel mogelijk gebruik te maken van thermiek, dat is zweven op opstijgende lucht, dan hoeven ze niet zoveel te klapperen met de vleugels en sparen ze hun brandstof. In een paar slagen is hij hoger en met een beetje geluk zie je ‘m dan zonder nog enige slag te maken omhoog draaien op de thermiek. Als je bedenkt dat veel ooievaars in de winter naar het zuiden trekken, en dan vanaf hier makkelijk doorvliegen naar Afrika, snap je wel dat thermiekvliegen een goeie besparing is.
Vanaf dat hoge nest in de boom, lantaarnpaal of elektriciteitsmast is goed te overzien of er ergens op de grond eten te vinden is, en als je goed in zweven bent is het ook nuttig als je vanaf je nest opstijgt en zoekt naar kikkertjes en lekkere dikke insecten als maaltje voor jezelf, je kinderen of je partner die op je kindertjes past. En als ze wat groter zijn vliegen ze gewoon mee en zoeken hun eigen lekker hapjes.