Krekels en sprinkhanen lijken op elkaar en ze te onderscheiden is niet zo gemakkelijk.
1) Een gekleurde sprinkhaan (Ephippiger cruciger) en 2) de Groene sabelsprinkhaanhebben lange tasters
Ze horen in elk geval bij de dezelfde orde in het dierenrijk, daarna gaat het een beetje mis. Een deel van de sprinkhanen, de Sabelsprinkhanen, is met de krekels ingedeeld in de suborde Langsprieten. De rest van de sprinkhanen zit in de suborde Kortsprieten.
Nu kunnen we dus de kortsprieten onderscheiden van langsprieten. Maar in beide subordes komen sprinkhanen en krekels voor, dus wat onderscheid nu de krekel van de sprinkhaan?
1) Zadelsprinkhaan en 2) Veldkrekel, zijn langsprieten 3) Krasser, is een kortspriet
Kenmerken:
Het aantal teentjes, of eigenlijk tarsi, dat zijn het aantal geledingen aan de voet die ze op de grond zetten. Wel heel moeilijk te bepalen dus, maar een krekel heeft er maar 3 en de sprinkhaan 4.
Geluid maken, hoe doet hij dat, want het is meestal het mannetje dat zich laat horen. De meeste sprinkhanen gebruiken hun poten bij het geluid maken, behalve de sabelsprinkhanen die doen het alleen met de vleugels bijna net zo als de krekels. Als hij met zijn linker vleugel over de rechter strijkt is het een sabelsprinkhaan, want de krekel strijkt met zijn rechter over de linkervleugel.
De kleur, de krekel is nooit groen, maar een sprinkhaan kan ook bruin, zwart, geel, paars of rood zijn. In de Benelux zijn de meeste sprinkhanen echter groen. Maar hoe verder naar het zuiden hoe kleurrijker ze worden.
1) Wilde kapok sprinkhaan uit zuidelijk Afrika, 2) Ephippiger cruciger uit zuid Europa, 3) Bergbraamsabelsprinkhaan uit zuid-oost Europa
Dus:
- Krekels hebben altijd lange sprieten, 2 cerci of een zichtbare legbuis.
- · Zijn ze groen dan zijn het sprinkhanen, want krekels zijn nooit groen. De lengte van de tasters, legbuis en cerci maakt dan niet uit.
- · Hebben ze korte taster, ook al zijn ze niet groen, dan zijn het sprinkhanen.
- · Hebben ze lange tasters en zijn ze niet groen dan komen ze uit de suborde Langsprieten. Maar om te bepalen of het krekels of sprinkhanen zijn, kun je gaan zoeken in de RikenMon’s Natuurgids.
- · In Nederland en België zijn de meeste sprinkhanen groen, als je hier dus een bruine langspriet ziet is het vast een krekel zijn. Maar voor de zekerheid moet je eigenlijk het mannetje even vragen of hij echt met zijn rechtervleugel over de linker strijkt.
Dus dan zijn dit nu allemaal sprinkhanen?
1) Krasser, 2) Zadelsprinkhaan, 3) BLauwvleugelsprinkhaan
En dan zijn er nog altijd de uitzonderingen zoals:
- De Veenmol, die hoort thuis in de superfamilie van de krekels. Maar de vrouwtjes hebben geen legbuis en de tasters zijn maar kort, de mannetjes hebben wel 2 cerci.
- De piepkleine Dwergmolkrekel, nog geen centimeter groot, hoort thuis bij de kortsprieten ook al heet hij krekel.
- De Moerassprinkhaan die bij de Sabelsprinkhanen hoort, strijkt niet, maar trommelt met zijn poten op zijn vleugels.
- De Boomsprinkhaan, een kortspriet soort, die trommelt ook liever, maar dan op een blaadje.
- De Bidsprinkhaan die er wel wat op lijkt, maar uit een heel andere orde komt.
- De Cicade die ook zo goed te horen is, maar er toch heel anders uit ziet.
1) Veenmol, 2) Europese bidsprinkhaan, 3) Bergcicade
Trouwens de sabelsprinkhaan is vernoemd naar de legbuis van het vrouwtje, wat wel een beetje lijkt op een sabel. En nog een opvallend gegeven van die Sabelsprinkhaan is dat hij in verhouding de grootste testikels heeft in het dierenrijk, dat is toch wel bijzonder ….. alleen zie jij ze?
Tenslotte kunnen we wel zeggen dat een sprinkhaan onderscheiden van een krekel niet zo makkelijk is.