Het natuurpark Doñana is een groot gebied in zuidwest Spanje en bekend om de vele vogels die er te zien zijn, vooral tijdens de jaarlijkse vogeltrek in het voorjaar. Het paardenstadje El Rocio ligt centraal in het park en hier zijn de wegen niet verhard maar van zand. Men rijdt er paard en gebruikt paard en wagen.
El Rocio bestaat geheel uit laagbouw en daarnaast velden waar de paarden kunnen grazen
Ons plan was om hier al vroeg in maart te zijn voor de vogeltrek, maar het slechte weer deze lente heeft ons ervan weerhouden. Nu begin april is er nog steeds vaak een koude wind en blijft het steeds maar een paar dagen boven de 20 graden en droog. Dat is wel wat anders dan de meeste jaren horen we, maar ook hier geldt dat maart en april uiterst grillig weer kunnen geven.
Met paard en wagen naar het dorp. Een enorme olijf midden in het dorp. Voor de kroeg staan hoge togen voor paardrijders die wat willen drinken.
We zijn hier 6 jaar geleden ook geweest en hebben toen vooral de flamingo’s bewonderd, omdat we die nog nooit in het wild gezien hadden. Nu weten we wat meer van vogels en is onze verwachting hoog.
De Hop horen we regelmatig roepen en soms zien we hem ook. De Blauwe ekster heeft echt een knalblauwe staart. De Bijeneters zijn zeer herkenbaar aan hun roep en hun vliegkunsten.
El Rocio heeft een beetje de vorm van een amfitheater, het meer is dan het podium met net daarvoor de boulevard en daar achter de brede zandwegen met huizen, stallen, restaurants en kroegen. Opvallend is de grote hoeveelheid Hermandads (Verenigingen) die je trots vermeld ziet staan op vele panden. Tijdens pinksteren komen van heinde en ver de leden op een soort van pelgrimstocht naar het dorp en dan is het hier extreem druk. Nu is het erg rustig, veel huizen lijken vakantiewoningen te zijn. En overal zie je paarden, gewoon grazend op de grote weide naast het dorp, voor de wagen of bereden. En zelfs geparkeerd bij een café terwijl de berijder een kopje koffie drinkt zonder ervoor te hoeven afstappen. En we vinden er heerlijke tapa’s.
Een grote groep Edelherten steekt het meer over.
Vanuit het dorp loop je het park in, op veel paden zijn auto’s niet toegestaan en rijdt men met paard en wagen. Als je met de auto door het park rijdt zie je vaak naast de weg hoge hekken van gaas, het is duidelijk niet de bedoeling dat je zomaar het park inrijdt of even pauze houdt, want er is zelfs geen plek om even te parkeren. Veel hekken zijn hermetisch gesloten, maar af en toe zijn ze wel toegankelijk voor voetgangers, je moet dus goed opletten waar je wel lopend het park in kunt.
De Boerenzwaluw rust even uit op een draad. De Zwarte ibis is helemaal niet zwart in zijn zomerkleed. De Rode patrijs zien we regelmatig voorbij rennen, maar heel soms blijven ze even rustig zitten.
Wij vonden het erg jammer dat we niet wat vaker zomaar even een pad in konden rijden en ergens even konden rondkijken of even picknicken terwijl je gewoon geniet van de natuur. Het gevoel dat je zelf aan het ontdekken bent en niet de gebaande wegen volgt, misten we hier wel.
De Egyptische sprinkhaan komen we hier ook regelmatig tegen. De Groene zandloper valt bijna niet op terwijl hij best opvallend is. De enige echte Heilige pillendraaier. Wegmieren verzamelen bloemblaadjes, maar waarvoor?
De bezoekerscentra die her en der te vinden zijn bieden vooral toegang tot wandelpaden met kijkhutten. De paden zijn meestal rolstoel toegankelijk, dus hiermee is het gevoel om zelf op ontdekking uit te gaan geheel verdwenen. Echter het was niet druk op de paden of in de hutten en we hebben best wel wat kunnen spotten.
Het Bont zandoogje is alweer actief. De rupsen van de Kleine hageheld vallen echt wel op. De Muurgekko’s zijn razendsnel verdwenen. De Algarijnse zandloper is maar klein, maar zijn staart is erg lang.
In het bezoekerscentrum zelf is de informatie vaak wat matig, wel zijn het vaak mooie panden op mooie plekken en zijn er souvenirtjes te koop. En we vonden eentje met een hele bibliotheek zelfs over de locale planten, wat al best heel bijzonder genoemd mag worden in zuid Spanje, maar helaas is echt alles in het Spaans. De informatieborden in het park hebben naast Spaans af en toe ook de informatie in het Engels. Maar de medewerkers in het bezoekerscentrum spreken vaak alleen maar Spaans.
De Arcotheca caléndula sluit ‘s avonds zijn bloem. Ook een Guichelheid, dit zou kunnen helpen tegen gekkigheid. De Bostulpjes staan nog in de knop.
Zo stonden we bij een park waar ook zoogdieren te zien zouden zijn opeens voor een afgesloten pad. Toen we gingen vragen waar de zoogdieren wel te zien waren, wanneer het weer open zou zijn en waarom het eigenlijk dicht is. Kregen we te horen ‘closed’, tja dat hadden we al gemerkt. Onze eigen braafheid wordt er wel minder van, de volgende keer klimmen we misschien wel over het hek en gaan zelf kijken wat er aan de hand is.
Doñanapark. De paden zijn zeer toegankelijk. Een bezoekerscentrum zit zelfs in een kasteel. Het park zelf is wel ruig.
Dit zagen we ook in het park: flamingo, kleine zilverreiger, lepelaar, wilde eend, krooneend, dodaars, waterhoen, ekster, putter, woudaap, roodkopklauwier, zwarte wouw, bruine kiekendief, zwarte ooievaar,witte ooievaar, tjiftjaf, moerasschildpad, de niet zo heilige pillendraaier en de Egytische mangoest, waarvan we helaas nog geen foto’s hebben.
Veel anderen hebben we wel op de foto en we hebben dan ook veel nieuwe dieren kunnen toevoegen voor de apps. Klik op de blauwe namen om meer te zien op de webapplicatie van RikenMon’s Natuurgids. Ook heel veel nieuwe bloemen en struiken, het wordt dus hoog tijd dat ik eens ga beginnen met de begeleidende teksten en tekeningen voor de flora.